Veranderen van vent
“Je verandert nou eenmaal sneller van een vent dan van een vakgebied”, was de onthutsende feedback die ik kreeg na een sollicitatiegesprek. Na twee jaar HR ervaring wilde ik destijds overstappen naar een ander vak en solliciteerde ik op een communicatie functie binnen de organisatie. Ik had een goed gesprek met de lijnmanager, maar tijdens de terugkoppeling maakte hij deze opmerking. Ik was toen vrijgezel en dan kun je hem ronduit bot noemen als je de opmerking persoonlijk opvat. Maar als je de professionaliteit van de manager niet in twijfel trekt, bedoelde hij vast dat een overstap naar een andere professie meer van je vraagt dan het beëindigen van een relatie om weer een nieuwe aan te gaan: een beslissing die zelfinzicht en doorzettingsvermogen vergt, de bereidheid te leren van je verleden, de wil om in te leveren, en de capaciteiten om zelf een nieuwe start te kunnen maken. Allemaal afbreukrisico’s bij kandidaat zonder branche of functie ervaring.
Overstappen naar een andere professie
Overstappen naar een andere professie is nog steeds lastig. Ondanks dat we competenties, vaardigheden en attitude een grote rol laten spelen bij de selectie van nieuwe medewerkers, is specifieke branche kennis of functie ervaring belangrijk. Blijkbaar is het in de praktijk van alledag pittig om iemand uit een andere professie of branche aan te nemen. Het is daarbij niet alleen een kwestie van kunnen maar ook van willen.
De maakbare mens
Afgelopen week las ik het boek ‘Homo Deus, een kleine geschiedenis van de toekomst’ van Yuval Harari, een historicus en filosoof. Het is een aanrader om je denkbeelden over de toekomst van arbeid te vormen. Harari beschrijft hoe de mens maakbaar wordt en zichzelf met behulp van kunstmatige intelligentie steeds meer kan verbeteren. Hij wordt slimmer en socialer. Hij meet zich de competenties en vaardigheden aan die hij nodig heeft om zich te redden in de maatschappij. Althans dat is het geval voor een bepaalde elite die dit kan betalen, voorspelt hij. Er gaat een grotere tweedeling ontstaan tussen de haves en haves-not. De haves die alle kansen hebben en creëren. En de haves-not die deze kansen niet hebben.
Een nutteloze massa
Harari licht dit toe met een Oxford onderzoek ‘The future of employment’ over hoe waarschijnlijk het is dat bepaalde beroepen binnen nu en 20 jaar zullen worden overgenomen door computer algoritmen: 99% kans dat de telemarketeers en verzekeringsagenten worden vervangen door algoritmen, 98% van de sportscheidsrechters, 97% kassières, 96% chef-koks, 94% obers, 91% reisleiders, 89% buschauffeurs88% bouwvakkers, et cetera. Er ontstaan natuurlijk ook nieuwe beroepen, maar hij vraagt zich, naar mijn mening momenteel terecht, af hoe groot de kans is dat een 40-jarige kassière of verzekeringsagent een nieuw leven als virtual- world designer kan beginnen. En binnen 10 jaar weer iets anders moet gaan doen omdat hij of zij wordt ingehaald door slimme algoritmen.
Wanneer mensen de middelen niet hebben om maakbaar te zijn en hun professie verdwijnt, van wie krijgen ze dan de kans om in een nieuw vak te stappen? Zijn wij bereid om te zien dat niet hun vakgebied maar hun competenties relevant zijn? Om te voorkomen dat we afsteven op het doemscenario van Harari: een nutteloze massa die we moeten voeden en onderhouden en hun dag op een of andere manier moeten laten invullen.
Het veranderen van vak is vast minder ingewikkeld dan van vent…