ik ben een sociale stijger...

Ik ben een sociale stijger, iemand uit de transklasse, een spreidstand burger. Althans zo noemen ze mij. 

Ik ben van wereld veranderd. Maar als je mij een stijger vindt, zegt dat iets over de wereld waar ik vandaan kom. Die is lager. En dat klinkt niet goed. 
 
Ik ben een Brabantse boerendochter en ging als eerste van mijn familie studeren in Groningen. Ik werk als HR consultant voor grote organisaties en woon weer in Brabant. Ik heb drie puberkinderen, waarvan een met een beperking. 

Dat je mij een sociale stijger vindt zegt niet alleen iets over mij. Als je praat over mijn sociaal stijgen, wat als positief wordt gezien, dan definieer je die plek waar ik vandaan kom als lager. Ik ben er uit gestegen. Je kunt denken dat ik gevoelig ben voor semantiek, maar dat is het niet alleen. Het draait om het feit dat er groepen zijn in de maatschappij waarbij het als positief wordt gezien dat je de grens passeert. Naar ‘boven’ wel te verstaan. 

Dat geldt niet alleen voor de grens in een sociale (financiële) klasse maar eigenlijk voor allerlei aspecten. Ontstijgen van een traditionele migratie omgeving of gemeenschappen met een sterke geloofsovertuiging, verhuizen uit een bepaald postcodegebied.

Ik leef in verschillende werelden. Ik heb vrienden die in de quote 500 staan en ook die leven op een minimum. Een boer die dingen wil houden zoals ze zijn en een Gooische wereldverbeteraar met stevige groene ambities. Met mensen op het platteland en in Amsterdam Zuid. Mensen met beperkingen en mensen voor wie altijd alles als vanzelf goed gaat. Ik sta er een beetje tussen in. 

Wat me opvalt: Ze kennen elkaars werelden niet. Ze praten nauwelijks met elkaar. Ze trekken zich steeds meer terug in hun eigen wereld. Sterker nog. Ze hebben een waarde oordeel over de andere wereld. Toen ik zelf ooit eens in Amsterdam solliciteerde kreeg ik de vraag; ‘Denk je dat je wel kunt wennen hier? Je komt zo uit de periferie”. De neiging bestaat verbolgen te reageren. Maar ik haal mijn schouders erover op. Het zegt net zo veel over hem dan over mij. 
 
Deze man in Amsterdam die een oordeel had over mijn Brabantse afkomst kwam zelf niet uit Amsterdam. Hij groeide op in Weert. Hij paste zich aan aan de wereld waarin hij terecht kwam en deed alsof de andere wereld er niet meer was. 
 
Nederland heeft mensen nodig die werelden met elkaar verbinden. Het gaat er niet om werelden te veranderen maar om nieuwsgierig te zijn naar elkaar en jezelf uit te dagen om je onder mensen te begeven die anders zijn dan jij, buiten je eigen bubbel. Om anderen te zien en erkennen. Wanneer we in staat zijn onze verschillen te zien zonder oordeel kunnen we wat veranderen. De polarisatie terugdringen. 

Als je in een andere wereld bent gestapt, kun je een belangrijke rol spelen in het bouwen van bruggen. Dan word je een echte Trans- (formatie) klasse!